Gisteravond vertelde Kim, mijn vriendin, dat ze met de kinderen en opa en oma uit Susteren hebben gewandeld in een bijzonder natuurgebied in Midden-Limburg (bij Echt). Het bijzondere is de aanwezigheid van boomkikkers.
Op het kaartje kan je zien dat boomkikkers verspreid leven op geïsoleerde locaties in het oosten en zuiden van Nederland. In kleinschalig landschappen kan je de boomkikkers vinden in de struweelzone van bosranden, houtwallen en moerasgebieden. Vooral de zuidkant van braamstruweel heeft de voorkeur. De soort is bedreigd te verdwijnen en staat op de “Rode Lijst”.
Er zijn er dus niet zoveel meer, maar gelukkig ….. Kim & Co hebben 7 kikkertjes gezien! Ze zijn gifgroen en klein (ca. 4 a 5 centimeter) en wonen graag in braamstruiken. Kijk maar ……
Toen Kim vertelde over de boomkikker, kon ik het woord BOOM-KIKKER eerst helemaal niet begrijpen, niet verstaan. Het woord kwam mijn hersenen de ene kant binnen en de andere kant meteen weer uit. Daarna bleef het woord KIKKER hangen en daarna het woord BOOM.
Eén van de veranderingen na mijn beroerte (CVA) is afasie. Dat is een taalstoornis in soorten en maten. Voor mij is woordvinding moeilijk (amnestische afasie), vooral als ik de woorden alleen kan horen, bijvoorbeeld in het telefoontje met Kim over de boomkikker. Het wonderlijke is weer dat ik alle woorden kan lezen en begrijpen. De woorden die ik wil/moet vinden, komen bij mij het beste “binnen” door ze op te schrijven. Ze lopen letterlijk via mijn pen naar binnen toe naar mijn hersenen.
Heel veel woorden moet ik opnieuw leren en …. niet alles blijft hangen. Pfffff …… zo’n beroerte is werkverschaffing 😉