Precies wanneer weet ik niet meer. Het zal zo’n vijfendertig jaar geleden zijn geweest. We waren nog jong 😉 Ook weet ik niet meer precies met wie ik daar ben geweest. In ieder geval met de Termaten; met Toos, mijn schoonmoeder van toen. We hebben een korte vakantie gevierd in een vakantiehuisje in Noord-Limburg. Daar vandaan hebben we een toertje gemaakt naar Kevelaer; Nederland verlaten via de grens bij Venlo en Duitsland binnen gereden.
Naar Kevelaer -en naar andere plaatsen en plekken- kan je een bedevaart of pelgrimage maken. Zo’n plaats of plek kan zich verbonden hebben met de stichter of een heilige van een religie (bijvoorbeeld Assisi vanwege de Heilige Franciscus). Daarnaast zijn openbaringen, verlichtingen of religieuze bovennatuurlijke wonderen interessant voor pelgrims.
In 1858 verklaarde Bernadette Soubirous -toen een 14-jarig meisje- verschillende verschijningen te hebben gezien. Hoogwaardigheidsbekleders van die tijd hebben dit beschouwd als verschijningen van de Heilige Maagd Maria in de grot van Massabielle.
Verder zijn een of meer gevallen van wonderlijke genezingen bekend en stigmata en/of een ‘huilend’ beeldje.
Tijdens de pelgrimstocht zijn er vaste gebeden en -momenten en voorwerpen. Denk aan het rozenkransgebed bij een bedevaart naar Lourdes en de jakobsschelp tijdens de tocht naar Santiago de Compostella. Tijdens de pelgrimage in Kevelaer is de gang (de wijze van lopen) belangrijk: drie passen vooruit, een pas achteruit.